Het populairste kaartspel in casino’s is niet poker wat velen misschien zullen denken – maar toch echt blackjack. Blackjack is een erg oud spel met een lange historie. Enkele geschiedkundigen beweren namelijk dat het spel al eind 16e eeuw in het machtige Spaanse rijk een populair spelletje was en bekend stond onder de naam ‘veinti uno’, wat simpelweg het nummer eenentwintig betekent: het getal waar het bij blackjack allemaal om draait. Boekliefhebbers zeggen zelfs dat veinti uno wordt genoemd in de bekende roman Don Quixote, een van de klassiekers in de wereldliteratuur uit het jaar 1605.
Wat we weten van dit spel is dat de regels wel wat anders waren dan van het huidige blackjack. Het blackjack zoals we dat nu kennen vanuit het casino is afgeleid van een Frans spel dat door de voormalige Franse kolonie van Louisiana in Amerika is gebracht. Daar, in de befaamde gokhuizen van New Orleans, ontwikkelde het spel tot de huidige versie.
De regels van blackjack
Blackjack is een van de simpelste casinospelen qua regels, al komt er natuurlijk ook iets van intuïtie en geluk bij kijken. Je speelt aan een blackjacktafel met eventuele andere spelers en nemen het allen op tegen het casino. Het doel voor zowel de dealer met zijn kaarten, als voor jou en jouw kaarten die je krijgt, is om het aantal van 21 te halen of om hier in ieder geval zo dicht mogelijk bij in de buurt te komen. Ga je over 21 heen, speel je jezelf dood (in het Engels ook wel ‘bust’ genaamd).
Het spel begint met de dealer die iedereen twee kaarten uitdeelt. Alle kaarten hebben hun natuurlijke waarde: een zes is een zes, de zeven is zeven punten waard etc. Alle plaatjes en de 10 zijn 10 punten waard. De enige uitzondering is de aas: deze kaart kan naar keuze voor 1 of 11 punten gelden afhankelijk van de totale score van je kaarten. Zijn de twee kaarten van je bijvoorbeeld een koning en een aas, dan heb je in totaal 21 punten. Blackjack! Je wint nu van het casino.
Blackjack tactiek
Maar meestal gaat het natuurlijk niet zo makkelijk. Je zal zien dat je bijvoorbeeld nog geen 21 hebt omdat je een aas en een zeven gedeeld krijgt. Je hebt nu de keuze: pas je, of vraag je de dealer om nog een kaart erbij? Nu komt enige intuïtie en tactiek te pas. Laten we ervan uitgaan dat je nog een kaart vraagt. Stel dat dit een drie is, heb je 21 (aas als 11, 7 en 3 maakt 21 totaal). Maar als dit bijvoorbeeld een acht is, dan kom je op 16 punten uit (je zal misschien denken dat je jezelf dood speelt nu, maar op dit moment laat je de aas natuurlijk als 1 punt tellen in plaats van 11, en als je hier 7 plus 8 bijtelt kom je op 16 in totaal uit). Je kan net zolang kaarten bijvragen tot je jezelf dood speelt.
Als je 16 hebt is de kans best groot dat je jezelf dood speelt: elke tien of plaatje (met uitzondering van de aas), en ook de 6, 7, 8 of 9 – en je komt boven de 21 uit. Als je goed bent in kansberekening kun je vaak een betere afweging maken of je moet passen of nog een kaart erbij moet vragen, al zijn er ook gokkers die geheel op intuïtie spelen.
De dealer aan de beurt
Als alle spelers aan de blackjacktafel automatisch hebben gewonnen (21), hebben gepast, of zich hebben doodgespeeld – dan is het de beurt aan de dealer om hetzelfde te doen. In de meeste casino’s zijn dealers geïnstrueerd om een kaart te vragen net zolang tot ze 17 of hoger hebben bereikt, wanneer ze passen. Uiteindelijk worden de scores vergeleken. Bij een hogere score win je.
Een van de redenen waarom blackjack spelen in een casino zo populair is, is naast de spanning die het spel meebrengt ook de winstkans. Als je optimaal speelt (dus kansberekening in acht neemt en niet intuïtief speelt) dan is het voordeel van het casino tegenover de speler net onder de 1 procent – een enorm laag cijfer.